Geert Reinders werd geboren op 1737 in Bedum als de oudste zoon van een korenmolenaar. Op 10-jarige leeftijd overleed zijn moeder en werd hij van school gehaald om zijn vader te helpen in de molen.
Het is het begin van een leven van verlies en tegenslag. Echter deze weerhouden Reinders er niet van om voortdurend, eigenzinnig, creatief en pragmatisch invulling te geven aan ideeën, ontwerpen en oplossingen voor een betere toekomst. Voor ieder mens, dier en land.
Bedenker, ontwerper en oprichter ‘Sociëteit van Onderlinge Bijstand’
Na het overlijden van zijn eerste vrouw, Angenietje Klaasen, hertrouwde Reinders met Geertje Pieters, weduwe van een collega-boer. Door een onvoorzichtigheid van een dienstmeid verloren ze een van hun twee boerderijen.
''By B. GREYDANUS * is gedrukt: de Inëntinge tegens A.Pinkeltoren en B.Gersonius verdedigt door Geert Reinders, Huisman te Garnwert, zynde een Werkje, het welke om de schoone Schryfstyl, en byzondere bekwaamheden des Autheurs, met regt voor iets ongemeens gehouden word.'
Na zijn jonge werk als molenaarsknecht werd Reinders paardenkoopman, boer en veehandelaar. Zijn runderen werden getroffen door de pest.
Vertrouwend op zijn eigen intuïtie en waarnemingsvermogen deed hij zelfstandig proeven op zijn eigen veestapel. Ondanks dat dit ook een deel van zijn eigen veestapel kostte, boekte hij bijzonder goede resultaten.
In Geert Reinders' tijd waren - behalve Geert Reinders zelf - ook de 'Med. Doctor' H. Tideman en de 'Wel-Eerwaarde Heer N. Havinga', predikant te Hellum', bezig met het probleem van de 'ziekte van 'T RUND-VEE'.